From 0b8ca6637be94f7814cafa7d01ad4699672ff336 Mon Sep 17 00:00:00 2001 From: Darrell Anderson Date: Tue, 21 Jan 2014 22:06:48 -0600 Subject: Beautify docbook files --- .../docs/tdewebdev/kommander/specials.docbook | 553 ++++----------------- 1 file changed, 98 insertions(+), 455 deletions(-) (limited to 'tde-i18n-nl/docs/tdewebdev/kommander/specials.docbook') diff --git a/tde-i18n-nl/docs/tdewebdev/kommander/specials.docbook b/tde-i18n-nl/docs/tdewebdev/kommander/specials.docbook index 5f3b1b4c9e1..5935e04d4af 100644 --- a/tde-i18n-nl/docs/tdewebdev/kommander/specials.docbook +++ b/tde-i18n-nl/docs/tdewebdev/kommander/specials.docbook @@ -2,20 +2,10 @@ -Specials en ingebouwde globale variabelen +Specials en ingebouwde globale variabelen -
-
+
+
&Sander.Koning; @@ -23,396 +13,186 @@
-Specials en ingebouwde globale variabelen +Specials en ingebouwde globale variabelen -Specials zijn functies die door &kommander; verwerkt worden. Let erop dat, totdat &kommander; een volledige parser heeft, alle &kommander;-specials eerst uitgevoerd worden en daarna het script. In de meeste gevallen is dat geen probleem, maar soms wel. +Specials zijn functies die door &kommander; verwerkt worden. Let erop dat, totdat &kommander; een volledige parser heeft, alle &kommander;-specials eerst uitgevoerd worden en daarna het script. In de meeste gevallen is dat geen probleem, maar soms wel. -@dcop(appId, object, function, arguments) +@dcop(appId, object, function, arguments) -Doe een &DCOP;-aanroep. @dcop(kmail, KMailIface, checkMail(), ) +Doe een &DCOP;-aanroep. @dcop(kmail, KMailIface, checkMail(), ) -@dcopid +@dcopid -Het &DCOP;-id van het proces. (kmdr-executor-@pid) +Het &DCOP;-id van het proces. (kmdr-executor-@pid) -@dialog(dialog[,parameters]) +@dialog(dialog[,parameters]) -Start het opgegeven Kommander-dialoogvenster op. Het dialoogvenster wordt gezocht in de dialoogmap en in de huidige map - in die volgorde. Dit gaat vooraf aan de aanroep naar de uitvoerder en stelt de standaardmap in op degene waar de Kommander-toepassing zich in bevindt. Parameters kunnen op de gebruikelijke Unix-manier worden meegegeven of u kunt parameters met naam meegeven als variable=value. U kunt de meegegeven parameters dan terugvinden in de global pool. @global(variable) retourneert value. +Start het opgegeven Kommander-dialoogvenster op. Het dialoogvenster wordt gezocht in de dialoogmap en in de huidige map - in die volgorde. Dit gaat vooraf aan de aanroep naar de uitvoerder en stelt de standaardmap in op degene waar de Kommander-toepassing zich in bevindt. Parameters kunnen op de gebruikelijke Unix-manier worden meegegeven of u kunt parameters met naam meegeven als variable=value. U kunt de meegegeven parameters dan terugvinden in de global pool. @global(variable) retourneert value. -@env(environmentVariable) +@env(environmentVariable) -Expandeert naar de opgegeven omgevingsvariabele. @env(PWD) expandeert naar $PWD. Onthoud dat $ deel van de shell is en niet gebruikt moet worden. +Expandeert naar de opgegeven omgevingsvariabele. @env(PWD) expandeert naar $PWD. Onthoud dat $ deel van de shell is en niet gebruikt moet worden. -@exec(command) +@exec(command) -retourneert de uitvoer van het uitvoeren van de opgegeven opdracht. @exec(ls -l). +retourneert de uitvoer van het uitvoeren van de opgegeven opdracht. @exec(ls -l). -@execBegin ... @execEnd +@execBegin ... @execEnd -hetzelfde als @exec, maar met ondersteuning voor #! en meerregelige scripts. Dit ondersteunt diverse scripttalen door ze te declareren of door het gebruik van #!. +hetzelfde als @exec, maar met ondersteuning voor #! en meerregelige scripts. Dit ondersteunt diverse scripttalen door ze te declareren of door het gebruik van #!. -@execBegin(php) -@execBegin#!/usr/bin/php +@execBegin(php) +@execBegin#!/usr/bin/php -De eerste gebruikt de naam van het uitvoerbare bestand van PHP. &kommander; zoekt in het PATH naar php en als dit niet gevonden is, wordt gezocht of het in &kommander; is ingesteld buiten uw pad. Zo niet, dan wordt de gebruiker verteld dat het niet gevonden kan worden. Het weede voorbeeld gebruikt de klassieke #! die voor- en nadelen kan hebben. Als u een betaversie van PHP5 hebt, bijvoorbeeld, in /usr/local/bin die niet gevonden zou worden omdat de versie in /usr/bin gevonden zou worden is dit nuttig. Maar, als u het dialoogvenster verspreidt naar iemand die PHP alleen in /usr/local/bin heeft wordt deze niet gevonden als u de #! gebruikt. #! gebruiken is dus niet zonder risico en het wordt aangeraden het uitvoerbare bestand te gebruiken als u bestanden deelt. +De eerste gebruikt de naam van het uitvoerbare bestand van PHP. &kommander; zoekt in het PATH naar php en als dit niet gevonden is, wordt gezocht of het in &kommander; is ingesteld buiten uw pad. Zo niet, dan wordt de gebruiker verteld dat het niet gevonden kan worden. Het weede voorbeeld gebruikt de klassieke #! die voor- en nadelen kan hebben. Als u een betaversie van PHP5 hebt, bijvoorbeeld, in /usr/local/bin die niet gevonden zou worden omdat de versie in /usr/bin gevonden zou worden is dit nuttig. Maar, als u het dialoogvenster verspreidt naar iemand die PHP alleen in /usr/local/bin heeft wordt deze niet gevonden als u de #! gebruikt. #! gebruiken is dus niet zonder risico en het wordt aangeraden het uitvoerbare bestand te gebruiken als u bestanden deelt. -@global(variable) +@global(variable) -expandeert naar de waarde van de opgegeven globale variabele. +expandeert naar de waarde van de opgegeven globale variabele. -@null +@null -Retourneert null. Nu Kommander op een lege widgetText controleert bij het uitvoeren, voorkomt dit foutieve fouten in het geval van een niet-ingestelde staat op een widget. +Retourneert null. Nu Kommander op een lege widgetText controleert bij het uitvoeren, voorkomt dit foutieve fouten in het geval van een niet-ingestelde staat op een widget. -@parentPid +@parentPid -Het &PID; van het ouderproces. +Het &PID; van het ouderproces. -@pid +@pid -Het &PID; van het proces. +Het &PID; van het proces. -@readSetting(key, defaultValue) +@readSetting(key, defaultValue) -leest een waarde uit kommanderrc +leest een waarde uit kommanderrc -@selectedWidgetText +@selectedWidgetText -de geselecteerde inhoud in een widget die meer dan één waarde kunnen weergeven, zoals lijstwidgets +de geselecteerde inhoud in een widget die meer dan één waarde kunnen weergeven, zoals lijstwidgets -@setGlobal(variable, value) +@setGlobal(variable, value) -Stelt de globale variabele in op de opgegeven waarde. +Stelt de globale variabele in op de opgegeven waarde. -@widgetText +@widgetText -de inhoud van een widget +de inhoud van een widget -@writeSetting(key, value) +@writeSetting(key, value) -schrijf waarde naar kommanderrc +schrijf waarde naar kommanderrc -De functiegroep "Array" +De functiegroep "Array" -@Array.values(array) +@Array.values(array) -Retourneert een EOL-gescheiden lijst van alle waarden in de array. Kan gebruikt worden om door een array te lopen. +Retourneert een EOL-gescheiden lijst van alle waarden in de array. Kan gebruikt worden om door een array te lopen. -@Array.keys(array) +@Array.keys(array) -Retourneert een EOL-gescheiden lijst van alle sleutels in de array +Retourneert een EOL-gescheiden lijst van alle sleutels in de array -@Array.setValue(array, key, value) +@Array.setValue(array, key, value) -Stel sleutel en waarde in voor een element van een array. Als geen array bestaat wordt deze aangemaakt. +Stel sleutel en waarde in voor een element van een array. Als geen array bestaat wordt deze aangemaakt. -@Array.clear(array) +@Array.clear(array) -Verwijder alle elementen uit de array. +Verwijder alle elementen uit de array. -@Array.count(array) +@Array.count(array) -Retourneer aantal elementen in de array. +Retourneer aantal elementen in de array. -@Array.value(array,key) +@Array.value(array,key) -Retourneer de waarde die bij de opgegeven sleutel hoort. +Retourneer de waarde die bij de opgegeven sleutel hoort. -@Array.remove(array,key) +@Array.remove(array,key) -Verwijder element met de opgegeven sleutel uit de array. +Verwijder element met de opgegeven sleutel uit de array. -@Array.fromString(array,string) +@Array.fromString(array,string) -Voeg alle elementen in de tekenreeks toe aan de array. De tekenreeks moet van het formaat key\tvalue\n zijn. +Voeg alle elementen in de tekenreeks toe aan de array. De tekenreeks moet van het formaat key\tvalue\n zijn. -@Array.toString(array,string) +@Array.toString(array,string) -Retourneer alle elementen in de array in key\tvalue\n formaat. +Retourneer alle elementen in de array in key\tvalue\n formaat. @@ -420,50 +200,27 @@ -De functiegroep "File" +De functiegroep "File" -@File.read(file) +@File.read(file) -Retourneer inhoud van het opgegeven bestand. +Retourneer inhoud van het opgegeven bestand. -@File.write(filestring) +@File.write(filestring) -Schrijf gegeven tekenreeks naar een bestand. +Schrijf gegeven tekenreeks naar een bestand. -@File.append(filestring) +@File.append(filestring) -Voeg gegeven tekenreeks toe aan het einde van een bestand. +Voeg gegeven tekenreeks toe aan het einde van een bestand. @@ -471,198 +228,98 @@ -De functiegroep "String" +De functiegroep "String" -@String.length(string) +@String.length(string) -Retourneert het aantal tekens in de tekenreeks. +Retourneert het aantal tekens in de tekenreeks. -@String.contains(string,substring) +@String.contains(string,substring) -Controleer of de tekenreeks gegeven subreeks bevat. +Controleer of de tekenreeks gegeven subreeks bevat. -@String.find(string) +@String.find(string) -Retourneer positie van een subreeks in de tekenreeks, of -1 als deze niet gevonden werd. -Een optionele startpositie voor het vinden van volgende voorkomens is beschikbaar vanaf Alpha 6. +Retourneer positie van een subreeks in de tekenreeks, of -1 als deze niet gevonden werd. +Een optionele startpositie voor het vinden van volgende voorkomens is beschikbaar vanaf Alpha 6. -@String.left(string, int) +@String.left(string, int) -Retourneer de eerste n tekens van de tekenreeks. +Retourneer de eerste n tekens van de tekenreeks. -@String.right(string, int) +@String.right(string, int) -Retourneer de laatste n tekens van de tekenreeks. +Retourneer de laatste n tekens van de tekenreeks. -@String.mid(string, int start, int end) +@String.mid(string, int start, int end) -Retourneer subreeks van de tekenreeks vanaf opgegeven positie. +Retourneer subreeks van de tekenreeks vanaf opgegeven positie. -@String.remove(string, substring) +@String.remove(string, substring) -Verwijder alle voorkomens van een gegeven subreeks. +Verwijder alle voorkomens van een gegeven subreeks. -@String.replace(string, substring find, substring replace) +@String.replace(string, substring find, substring replace) -Vervang alle voorkomens van een gegeven subreeks door een gegeven vervanging. +Vervang alle voorkomens van een gegeven subreeks door een gegeven vervanging. -@String.upper(string) +@String.upper(string) -Zet de tekenreeks om naar hoofdletters. +Zet de tekenreeks om naar hoofdletters. -@String.lower(string) +@String.lower(string) -Zet de tekenreeks om naar kleine letters. +Zet de tekenreeks om naar kleine letters. -@String.compare(string, string) +@String.compare(string, string) -Vergelijk twee tekenreeksen. Retourneer 0 als ze gelijk zijn, -1 als de eerste lager is, 1 als de eerste hoger is. +Vergelijk twee tekenreeksen. Retourneer 0 als ze gelijk zijn, -1 als de eerste lager is, 1 als de eerste hoger is. -@String.isEmpty(string) +@String.isEmpty(string) -Controleer of de tekenreeks leeg is. +Controleer of de tekenreeks leeg is. -@String.isNumber(string) +@String.isNumber(string) -Controleer of de tekenreeks een geldig getal is. +Controleer of de tekenreeks een geldig getal is. @@ -670,32 +327,18 @@ -Ingebouwde globale variabelen -Ingebouwde globale variabelen worden net als gewone globale variabelen benaderd met @global. +Ingebouwde globale variabelen +Ingebouwde globale variabelen worden net als gewone globale variabelen benaderd met @global. -@global(_KDDIR) +@global(_KDDIR) -De map waar het huidige dialoogvenster zich in bevindt. +De map waar het huidige dialoogvenster zich in bevindt. -@global(_NAME) -De naam van het dialoogvenster +@global(_NAME) +De naam van het dialoogvenster -- cgit v1.2.1