Waldo Bastian bastian@kde.org &Philip.Rodrigues; &Philip.Rodrigues.mail; &kde; voor systeembeheerders Interne werking van &kde; Overzicht Moet nog geschreven worden Mappenindeling &kde; definieert een bestandssysteemhiërarchie die door de &kde;-omgeving zelf en door alle &kde;-programma's wordt gebruikt. Over het algemeen slaat &kde; al zijn bestanden op in een mappenboom met een vaste structuur. Standaard gebruikt &kde; twee mappenbomen: Één op systeemniveau (bijvoorbeeld /opt/kde3). Één op gebruikersniveau in de persoonlijke map van de gebruiker (meestal ~/.trinity) Als systeembeheerder kunt u aanvullende bomen aanmaken. Dergelijke aanvullende bomen kunnen worden gebruikt voor profielen. &SuSE; &Linux; gebruikt bijvoorbeeld: $HOME/.trinity /opt/kde3. (Dit is &SuSE;-specifiek, andere distributies kunnen gebruik maken van /usr of /usr/kde3) /etc/opt/kde3. (Deze is door &SuSE; toegevoegd.) Als u het programma KIOSK Admin versie 0.7 of nieuwer hebt geïnstalleerd, dan kunt u met het volgende commando controleren welke mappenbomen er gebruikt worden: kiosktool-tdedirs &kde; en &kde;-programma's zoeken naar bestanden door alle &kde;-mappenbomen te doorzoeken. De mappenbomen worden in volgorde van prioriteit gecontroleerd. Als een bestand in meerdere mappenbomen beschikbaar is, dan krijgt het bestand uit de laatste boom de prioriteit. Normaliter krijgt de boom die zich in de persoonlijke map van de gebruiker bevindt de hoogste prioriteit. Dit is ook de mappenboom waarin de wijzigingen worden opgeslagen. Voor informatie over het &MIME;-type text/plain worden de volgende bestanden doorzocht: $HOME/.trinity/share/mimelnk/text/plain.desktop /opt/kde3/share/mimelnk/text/plain.desktop /etc/opt/kde3/share/mimelnk/text/plain.desktop Als een gebruiker een wijziging maakt, dan wordt die opgeslagen in het bestand $HOME/.trinity/share/mimelnk/text/plain.desktop Bij configuratiebestanden ligt het het verhaal anders. Als er meerdere configuratiebestanden met dezelfde naam zijn gevonden in de mappenbomen, dan wordt de inhoud ervan gecombineerd. De prioriteitsvolgorde van de mappenbomen speelt hierbij een rol. Als twee bestanden dezelfde configuratiesleutel definiëren, dan bepaalt het bestand met de hoogste prioriteit de waarde voor de sleutel. Bijvoorbeeld, als de volgende twee bestanden bestaan met deze inhoud: $HOME/.trinity/share/config/foobar Color=red Shape=circle /etc/opt/kde3/share/config/foobar Color=blue Position=10,10 Dan worden de beide bestanden samengevoegd met dit als resultaat: Color=red Shape=circle Position=10,10 Mappen specificeren Omgevingsvariabele Voorbeeldinstelling(en) Commentaar TDEHOME ~/.trinity TDEROOTHOME /root/.trinity Andere variabele om te voorkomen dat root schrijft naar $TDEHOME van de gebruiker als het commando su is gebruikt. TDEDIR /opt/kde3, /usr, /usr/kde3 Afhankelijk van de distributeur. Wordt gebruikt door &kde; 2. Indien niet ingesteld, dan wordt teruggevallen op de ingecompileerde standaard. TDEDIRS /opt/kde3, /usr, /usr/kde3 Nieuw in &kde; 3. Kan meerdere locaties definiëren, van elkaar gescheiden door een dubbele punt. Als deze niet is ingesteld wordt er teruggevallen op $TDEDIR Hoeft niet per sé te worden ingesteld, de standaard voldoet in de meeste gevallen. Wilt u &kde; 2 naast &kde; 3 gebruiken? Laat dan $TDEDIR verwijzen naar &kde; 2 en $TDEDIRS naar &kde; 3. Een staflid op een universiteit kan de volgende instellingen hebben: TDEHOME='~/.trinity3' TDEROOTHOME='/root/.trinity3' TDEDIRS='/opt/kde_staff:/opt/kde3' Gebruikersprofielen In het vorige voorbeeld bevat /opt/kde_staff aanvullende instellingen en toepassingen voor stafleden. Gebruikersprofielen maken het u mogelijk om deze map toe te voegen voor bepaalde gebruikers en niet voor anderen. Voeg het volgende toe aan het bestand /etc/tderc: [Directories-staff] prefixes=/opt/kde_staff Dit maakt een profiel aan met de naam Staff, welke de mappenboom opt/kde_staff toevoegt. (Merk op dat &SuSE; &Linux; gebruik maakt van /etc/kde3rc in plaats van /etc/tderc. Nu we het profiel benoemd hebben kunnen we het toewijzen aan gebruikers. Om profielen toe te wijzen aan gebruikers is het nodig om een mapping-bestand te specificeren in /etc/tderc: [Directories] userProfileMapFile=/etc/kde-user-profile Het is nu mogelijk om een profiel toe te wijzen, gebaseerd op de gebruikersnaam of de &UNIX;-groep waar de gebruiker lid van is. Om het staffprofiel toe te wijzen aan alle gebruikers die lid zijn van de &UNIX;-groep staff_members voegt u het volgende toe aan /etc/kde-user-profile: [General] groups=staff_members [Groups] staff_members=staff Het is ook mogelijk om een profiel aan één gebruiker toe te wijzen: [Users] bastian=staff Mappenindeling opnieuw bekeken Elke mappenboom die &kde; gebruikt heeft een vaste mappenstructuur. Mappen die niet relevant zijn voor een bepaalde boom worden, of eenvoudigweg niet worden gebruikt kunnen echter worden weggelaten. Bijvoorbeeld, mappen die gebruikt worden voor tijdelijke bestanden worden meestal alleen gevonden onder $TDEHOME, niet in een van de andere mappenbomen. Architectuurspecifieke mappen Architectuur (besturingssysteem en processortype) specifieke mappen: bin Wordt gebruikt voor &kde;-executables. lib Wordt gebruikt voor &kde;-bibliotheken. lib/kde3 Deze mappen bevatten componenten, plugins en andere runtimelaadbare objecten voor gebruik door &kde;3.x-toepassingen. Gedeelde mappen Gedeeld. Niet architectuurspeifiek, kan worden gedeeld tussen verschillende architecturen. share/applnk .desktop-bestanden voor het &kde;-menu (oud) share/applications .desktop-bestanden voor het &kde;-menu (sinds &kde; 3.2) share/apps Bevat programmaspecifieke gegevensbestanden. Elk programma heeft hier een submap voor het opslaan van aanvullende gegevensbestanden. share/config Configuratiebestanden. Configuratiebestanden worden normaliter genoemd naar het programma waartoe ze behoren plus de letters rc. En speciaal geval is kdeglobals. Dit bestand wordt door alle &kde;-programma's gelezen. share/config/session Deze map wordt gebruikt voor sessiebeheer en is normaliter alleen beschikbaar onder $TDEHOME. Aan het einde van een sessie slaan &kde;-programma's hier hun staat op. De bestandsnamen zijn opgebouwd uit de naam van het programma gevolgd door een nummer. De sessiebeheerder ksmserver slaat referenties naar deze nummers op bij het bewaren van een sessie in ksmserverrc. share/doc/HTML Deze map bevat de documentatie van &kde;-programma's. De documentatie is gecategoriseerd op taal en het programma waar het bij hoort. Normaliter zijn er tenminste twee bestanden te vinden in een map: index.docbook, die de documentatie in het onopgemaakte DocBook-formaat bevat en index.cache.bz2 die dezelfde documentatie, maar dan opgemaakt als bzip2-gecomprimeerd &HTML;. De &HTML;-versie wordt gebruikt door &khelpcenter;. Als de &HTML;-versie ontbreekt, dan wordt deze opnieuw gegenereerd vanuit de DocBook-versie. Dit proces neemt echter de nodige tijd in beslag. share/icons In deze map worden de pictogrammen opgeslagen. Pictogrammen zijn ingedeeld op thema, dimensie en gebruik. share/mimelnk In deze map worden .desktop-bestanden die &MIME;-typen beschrijven opgeslagen. &kde; gebruikt &MIME;-typen om het type bestand te identificeren. share/services Deze map bevat .desktop-bestanden die diensten beschrijven. Diensten zijn net programma's, maar worden meestal door andere programma's gestart in plaats van door de gebruiker. Diensten verschijnen niet in het &kde;-menu. share/servicetypes Deze map bevat .desktop-bestanden die servicetypen beschrijven. Een servicetype representeert meestal een bepaalde programmeerinterface. Programma's en diensten zetten in hun .desktop-bestand welke servicetypen ze aanleveren. share/sounds Deze map bevat geluidsbestanden. share/templates Deze map bevat sjablonen voor het aanmaken van diverse soorten bestanden. Een sjabloon bevat een .desktop-bestand die het bestand beschrijft, inclusief een referentie naar een bronbestand in de submap .source. De sjablonen in deze map verschijnen in het menu Nieuw aanmaken dat beschikbaar is op het bureaublad en in de bestandsbeheerder. Als een gebruiker een sjabloon uit het menu selecteert, dan wordt het bijhorende bronbestand gekopieerd. share/wallpapers Deze map bevat de afbeeldingen die kunnen worden gebruikt als achtergrondafbeelding voor het bureaublad Host-specifieke mappen Er zijn drie host-specifieke mappen die meestal met symlinks worden doorverwezen naar andere locaties. Als deze mappen nog niet bestaan, dan worden volgende symlinks en mappen aangemaakt met behulp van het programma lnusertemp: $TDEHOME/socket-$HOSTNAME Gebruikelijk /tmp/tdesocket-$USER/, dit wordt gebruikt voor diverse &UNIX;-sockets. $TDEHOME/tmp-$HOSTNAME Gebruikelijk /tmp/tde-$USER/, dit wordt gebruikt voor tijdelijke bestanden. $TDEHOME/cache-$HOSTNAME Gebruikelijk /var/tmp/tdecache-$USER/, dit wordt gebruikt voor bestanden in de cache. Omdat /tmp en /var/tmp systeemwijd schrijfbaar zijn is het mogelijk dat één van bovenstaande mappen al bestaat, maar eigendom is van een andere gebruiker. In dat geval zal lnusertmp een nieuwe map aanmaken met een alternatieve naam en koppeling. Configuratiebestanden &kde; gebruikt een eenvoudig tekstgebaseerd bestandsformaat voor al zijn configuratiebestanden. Het bestaat uit sleutel-waarde paren die in groepen zijn geplaatst. Alle configuratiebestanden van &kde; gebruiken de UTF-8 tekensetcodering voor tekst buiten het ASCII-bereik. Het begin van een groep wordt aangegeven door een groepnaam die tussen blokhaakjes is geplaatst. Alle sleutel-waarde items die daar onder volgen behoren tot die groep. De groep eindigt bij het begin van een volgende groep of als het einde van het bestand is bereikt. Items bovenin een bestand die niet voorafgegaan worden door een groepsnaam behoren tot de standaardgroep. Het volgende voorbeeld toont een configuratiebestand dat bestaat uit twee groepen. De eerste groep bevat de sleutels LargeCursor en SingleClick, de tweede groep bevat de sleutels Show hidden files en Sort by. [KDE] LargeCursor=false SingleClick=true [KFileDialog Settings] Show hidden files=false Sort by=Name Items in een groep bestaan uit een sleutel en waarde, van elkaar gescheiden door net is-gelijk-teken. De sleutel kan spaties bevatten en mag worden gevolgd door opties die tussen blokhaakjes zijn geplaatst. Het gedeelte achter het is-gelijk-teken is de waarde van het item. Alle witruimte om het is-gelijk-teken heen wordt genegeerd als ook eventuele witruimte aan het einde. Om het verkort uit te leggen, de opmaak is: sleutel=waarde Als een waarde een spatie aan het begin of einde moet bevatten, dan kan dit worden bereikt door gebruik te maken van een backslash, gevolgd door een s. Er zijn nog enkele andere backslash-codes, hier is een complete lijst: \s kan worden gebruikt als spatie \t kan worden gebruikt als een tab \r kan worden gebruikt als return-teken \n kan worden gebruikt als linefeed-teken (new line) \\ om een backslash te kunnen gebruiken In het volgende voorbeeld begint de waarde van het item Caption met twee spaties, terwijl het item Description drie regels tekst bevat. Linefeeds in backslashnotaties worden gebruikt om de verschillende regels van elkaar te scheiden. [Preview Image] Caption=\s My Caption Description=This is\na very long\ndescription. Lege regels in configuratiebestanden worden genegeerd. Dat geldt ook voor regels die beginnen met een hekje (#). Het hekje kan worden gebruikt om commentaren aan configuratiebestanden toe te voegen. Merk op dat wanneer een &kde;-programma een configuratiebestand bijwerkt deze commentaren niet worden behouden. Het is mogelijk om meerdere configuratiebestanden met dezelfde naam in de submap share/config van de verscheidene &kde;-bomen te hebben. In dat geval wordt de informatie uit al deze configuratiebestanden met elkaar gecombineerd op sleutel-bij-sleutel basis. Als dezelfde sleutel binnen een bepaalde groep in meer dan één bestand is gedefinieerd, dan wordt de sleutelwaarde uit de mappenboom met de hoogste prioriteit gebruikt. Configuratiebestanden onder $TDEHOME hebben altijd de hoogste prioriteit. Als een sleutel binnen een bepaalde groep in hetzelfde bestand op meerdere plekken is gedefinieerd, dan wordt de waarde van het laatste item gebruikt. Als $HOME/.trinity/share/config/foobar [MyGroup] Color=red Shape=circle bevat en /etc/opt/kde3/share/config/foobar bevat [MyGroup] Color=blue Position=10,10 dan wordt dit het resultaat: [MyGroup] Color=red Shape=circle Position=10,10 Als $HOME/.trinity/share/config/foobar [MyGroup] Color=red Shape=circle [MyGroup] Color=green bevat, en /opt/kde_staff/share/config/foobar bevat [MyGroup] Color=purple Position=20,20 en /etc/opt/kde3/share/config/foobar bevat [MyGroup] Color=blue Position=10,10 dan wordt dit het resultaat: [MyGroup] Color=green Shape=circle Position=20,20 Om te voorkomen dat gebruikers in staat zijn om standaardinstellingen te veranderen is het mogelijk om instellingen als onveranderbaar te markeren. Instellingen kunnen individueel, per groep of per bestand onveranderbaar gemaakt worden. Een individueel item kan vergrendeld worden door [$i] achter de sleutel te plaatsen. ⪚: Color[$i]=blue Een groep items kan worden vergrendeld door [$i] achter de groepsnaam te plaatsen. ⪚: [MyGroup][$i] Om een volledig bestand te vergrendelen, begin het bestand met [$i] op één regel. &ie;: [$i] Als $HOME/.trinity/share/config/foobar dit bevat: [MyGroup] Color=red Shape=circle en /etc/opt/kde3/share/config/foobar dit: [MyGroup][$i] Color=blue Position=10,10 dan wordt dit het resultaat: [MyGroup] Color=blue Position=10,10 Als $HOME/.trinity/share/config/foobar dit bevat: [MyGroup] Color=red Shape=circle en /opt/kde_staff/share/config/foobar dit: [MyGroup] Color=purple Shape=rectangle en /etc/opt/kde3/share/config/foobar dit: [MyGroup][$i] Color=blue Position=10,10 dan wordt dit het resultaat: [MyGroup] Color=purple Shape=rectangle Position=10,10 De zogenaamde Shelluitbreiding (Shell Expansion) kan worden gebruikt om meer dynamische standaardwaarden aan te leveren. Met shelluitbreiding kan de waarde van een configuratiesleutel geconstrueerd worden vanuit de waarde van een omgevingsvariabele of de uitvoer van een shellcommando. Om gebruik te kunnen maken van shelluitbreiding in een configuratie-item dient de sleutel te eindigen op [$e]. Normaliter wordt de uitgebreide vorm geschreven in het configuratiebestand van de gebruiker na het eerste gebruik van het programma. Om dit te voorkomen is het aanbevolen om het configuratie-item te vergrendelen met behulp van [$ie]. De gebruiken kan het dan uiteraard niet meer veranderen. In het volgende voorbeeld wordt de waarde van het item Host bepaald door de uitvoer van het programma hostname. Deze instelling is bovendien vergrendeld om er zeker van te zijn dat de waarde altijd dynamisch wordt bepaald. De waarde van het item Email wordt bepaalt door de invulling van de waarden van de omgevingsvariabelen $USER en $HOST. Als joe is ingelogd op joes_host, dan zal dit resulteren in een waarde gelijk aan joe@joes_host. De instelling is niet vergrendeld. [Mail Settings] Host[$ie]=$(hostname) Email[$e]=${USER}@${HOST} De meeste configuratie-items kunnen worden geïndexeerd met een taalcode. In dit geval wordt de taal die de gebruiker heeft gekozen om te gebruiken in de desktop gebruikt om de sleutelwaarde op te zoeken. Als de standaardtaal (Amerikaans-Engels) gekozen is, of als er geen index aanwezig is voor de gekozen taal, dan wordt de sleutel zonder index gebruikt. In het volgende voorbeeld is de waarde van de sleutel Caption afhankelijk van de gekozen taal. Als de gebruiker Frans als taal gekozen heeft (taalcode fr), dan zal de waarde van de sleutel Ma Légende zijn. In alle andere gevallen zal de waarde My Caption worden gebruikt. [Preview Image] Caption=My Caption Caption[fr]=Ma Légende In dit voorbeeld is de waarde van de sleutel Caption afhankelijk van de gekozen taal. Als de gebruiker Frans als taal gekozen heeft (taalcode fr), dan zal de waarde van de sleutel Ma Légende zijn. In alle andere gevallen zal de waarde My Caption worden gebruikt. [Preview Image] Caption=My Caption Caption[fr]=Ma Légende Over het algemeen zijn de sleutels die in een configuratiebestand kunnen verschijnen niet gedocumenteerd. Met &kde; 3.2 is een start gemaakt om dit te veranderen. In de map $TDEDIR/share/config/kcfg zijn bestanden te vinden die een formele beschrijving van mogelijke sleutels in een configuratiebestand leveren. Deze worden gebruikt door de nieuwe &kde; Configuration Editor wanneer beschikbaar. Hier is een voorbeeld van een in &XML; opgemaakt configuratiebestand: <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> <!DOCTYPE kcfg SYSTEM "http://www.kde.org/standards/kcfg/1.0/kcfg.dtd"> <kcfg> <kcfgfile name="korganizerrc"/> <group name="General"> <entry type="Bool" key="Auto Save"> <label>Enable automatic saving of calendar</label> <default>true</default> </entry> <entry type="Int" key="Auto Save Interval"> <default>10</default> </entry> </group> </kcfg> Dit heeft hetzelfde effect als: [General] Auto Save=false Auto Save Interval=25 Opstartreeks van &kde; &tdm; Draait altijd als root! Gebruikt $TDEDIR/share/config/tdmrc en /etc/X11/xdm/Xservers. De laatste bevat items als: :0 local /usr/X11R6/bin/X :0 vt07 Relevante opstartbestanden zijn ook: [X-*-Core] section in tdmrc Setup - /etc/X11/xdm/Xsetup Gebruiker typt gebruikersnaam & wachtwoord in Start - /etc/X11/xdm/Xstartup - als root voorbereiden Sessie - /etc/X11/xdm/Xsession - start sessie als gebruiker = Voor een KDE-sessie: kde of starttde = Indien aanwezig ~/.xsession of ~/.xinitrc Reset - /etc/X11/xdm/Xreset - nadat sessie beëindigd is Het &kde; opstartscript <command >starttde</command > De opstartreeks van &kde; begint met het starttde-script. In de meeste gevallen wordt dit script aangeroepen door de display manager (&tdm;), zodra de gebruiker is geauthenticeerd. Er zijn twee belangrijke regels in het starttde-script: LD_BIND_NOW=true tdeinit +kcminit +knotify en kwrapper ksmserver $TDEWM De eerste regel start het hoofdproces tdeinit. Het hoofdproces tdeinit wordt gebruikt om alle andere &kde;-processen te starten. Het verschijnt in de uitvoer van commando ps als tdeinit: Running.... De argumenten achter tdeinit betreffen de namen van de aanvullende processen die gestart moeten worden. De + geeft aan dat tdeinit dient te wachten totdat het proces is voltooid. tdeinit start tevens dcopserver, tdelauncher en kded. De tweede regel vraagt Achtergrondprocessen Alle achtergrondprocessen van &kde; zijn gebruikerspecifiek: anders dan systeemdaemons worden ze niet tussen de gebruikers gedeeld. Naast het feit dat ze uniek zijn per gebruiker zijn ze ook uniek per X-server-display. De processen zijn: dcopserver Desktop-communicatie kded Daemon voor generieke diensten Start de bijwerking van de Sycoca-database wanneer nodig. kcminit Initialisatiedienst Zie voor meer informatie. tdelauncher Programmastarter (dit is niet de dialoog &Alt;F2!) Zie voor meer informatie. knotify Meldingen aan de gebruiker. Zie voor meer informatie. ksmserver Sessiebeheer Zie voor meer informatie. <command >tdeinit</command > tdeinit wordt gebruikt om alle andere &kde;-programma's te starten. tdeinit kan normale binaire programmabestanden starten als ook tdeinit-laadbare modules (KLM's). KLM's werken zoals binaire programma's, maar kunnen op efficiëntere wijze worden opgestart. KLM's zijn te vinden in $TDEDIR/lib/kde3 Het nadeel is dat programma's die op die manier zijn opgestart verschijnen als tdeinit in de uitvoer van top en ps. Gebruik top of ps om de eigenlijke programmanaam te zien: %ps waba 23184 0.2 2.1 23428 11124 ? S 21:41 0:00 tdeinit: Running... waba 23187 0.1 2.1 23200 11124 ? S 21:41 0:00 tdeinit: dcopserver --nosid waba 23189 0.2 2.4 25136 12496 ? S 21:41 0:00 tdeinit: tdelauncher waba 23192 0.7 2.8 25596 14772 ? S 21:41 0:00 tdeinit: kded waba 23203 0.8 3.4 31516 17892 ? S 21:41 0:00 tdeinit: knotify tdeinit: Running... geeft het hoofdproces van tdeinit weer. De andere weergegeven processen zijn programma's die als KLM's zijn gestart. Als tdeinit voor het eerst wordt gestart zal het dcopserver, tdelauncher, en kded opstarten, als ook alle aanvullende programma's die zijn gespecificeerd op zijn commandoregel in het starttde-script. Normaliter kcminit en knotify. <command >dcopserver</command > dcopserver is een daemon die interprocescommunicatie (&DCOP;) faciliteiten aan alle &kde;-programma's levert. De &DCOP;-faciliteiten zijn toegankelijk vanaf de commandoregel via het hulpprogramma dcop. &DCOP; is essentieel voor alle &kde;-programma's. Enkele gerelateerde bestanden: $HOME/.DCOPserver_$HOSTNAME_$DISPLAY .DCOPserver_linux__0. Beheerst door $DCOPAUTHORITY /tmp/.ICE-unix/dcoppid-nummer dcop7634-1069677856. Dit is het bestand waar het bestand DCOPserver hierboven naar verwijst. $HOME/.ICEauthority Authorisatie-informatie beheerst door $ICEAUTHORITY kcminit kcminit voert initialisatiediensten uit tijdens het opstarten. Initialisatiediensten worden gespecificeerd in de .desktop-bestanden van programma's of diensten via de regel X-TDE-Init: [Desktop Entry] Encoding=UTF-8 Exec=tdecmshell energy Icon=energy_star Type=Application X-TDE-Library=energy X-TDE-Init=energy Initialisatiediensten worden gebruikt voor het initialiseren van hardware, gebaseerd op gebruikerspecifieke instellingen. kcminit kan worden gebruikt om alle initialisatiediensten en kcminit dienst kan worden gebruikt één dienst expliciet uit te voeren. Dit is handig bij het onderzoeken van opstartproblemen. <command >tdelauncher</command > tdelauncher is een daemon die verantwoordelijk is voor de dienstenactivatie in &kde;. Het opereert in een hechte verbinding met het tdeinit-hoofdproces om nieuwe processen op te starten. &kde;-toepassingen communiceren met tdelauncher over &DCOP; om nieuwe toepassingen of diensten te starten. Het meest bekend van de foutmelding TDELauncher kon niet via DCOP worden bereikt, wat aangeeft dat er een ernstig probleem is met de dcopserver of dat tdelauncher is gecrashed. tdelauncher kan opnieuw worden gestart door tdeinit te herstarten vanuit een consolevenster. Zorg ervoor dat $HOME, $DISPLAY en de verscheidene $TDEDIR(S) correct zijn ingesteld als u dit doet! <command >knotify</command > De primaire taak van knotify is om geluidsmeldingen door te sturen naar de geluidsserver. Verder biedt het alternatieve meldwijzen aan. KSMServer ksmserver is &kde;'s sessiebeheerder. Bij het opstarten lanceert de sessiebeheerder de autostartprogramma's en herstelt het de programma's van de vorige sessie. De programma's om te autostarten zijn aangegeven in de .desktop-bestanden in de map $TDEDIR/share/autostart. Of een programma wel of niet automatisch gestart dient te worden kan worden bepaald met de sleutel X-TDE-autostart-condition in het .desktop-bestand. Het bestand ktip.desktop bevat bijvoorbeeld: X-TDE-autostart-condition=ktiprc:TipOfDay:RunOnStart:true Dit betekent dat het configuratiebestand ktiprc wordt doorzocht voor een RunOnStart-sleutel in de sectie [TipOfTheDay]. Als deze niet is gevonden, dan wordt uitgegaan van true. Dit betekent dat ktip één van de programma's is die standaard wordt opgestart. Enkele programma's die automatisch door ksmserver worden gestart zijn: kdesktop Het bureaublad van &kde; &kicker; Het paneel van &kde; ktip Een programma dat de tip van de dag toont kwrited Een hulpprogramma dat systeemberichten die naar de gebruiker zijn verstuurd ontvangt &klipper; Een klembordprogramma dat huist in het systeemvak kalarm Een hulpprogramma dat waarschuwt over aankomende evenementen en afspraken kdesktop op zijn beurt start automatisch de programma's die zijn opgeslagen in $TDEHOME/Autostart. kdesktop zal automatisch alle bestanden die in deze map zijn opgeslagen openen, inclusief documenten, uitvoerbare bestanden of programma's in de vorm van .desktop-bestanden. De sessiebeheerder van &kde; herstelt ook één van de vorige sessies. Een sessie bevat een verzameling programma's met bijhorende programmaspecifieke informatie die de status van de programma's op het moment dat de sessie werd opgeslagen reflecteert. Sessies worden opgeslagen in het configuratiebestand ksmserverrc. Dit bestand bevat programmaspecifieke statusinformatie. Deze informatie wordt opgeslagen in $TDEHOME/share/config/session. De statusinformatie van &twin; bevat de locatie van de programmavensters van alle andere programma's in de sessie. Omgevingsvariabelen Enkele belangrijke omgevingsvariabelen die &kde; gebruikt: $TDEDIR Dient te zijn ingesteld als TDEDIRS niet is ingesteld en dient te wijzen naar de hoofdmap van de &kde;-installatieboom. Zorgt ervoor dat &kde; zijn gegevens kan vinden, zoals pictogrammen, menu's en bibliotheken. $TDEDIRS Overschrijft TDEDIR en maakt het mogelijk om meerdere mappen te specificeren waarin &kde; kan zoeken naar zijn gegevens. Handig als u enkele programma's op een andere plek dan de rest van &kde; moet of wilt installeren. $TDEHOMEIndien niet ingesteld gebruikt &kde; ~/.trinity als de map waarin de persoonlijke gegevens worden opgeslagen. $TDEROOTHOMEIndien niet ingesteld gebruikt &kde; ~root/.trinity als de map voor de persoonlijke gegevens van root. Is geïntroduceerd om te voorkomen dat &kde; per ongeluk gebruikersgegevens met root-toegangsrechten overschrijft als de gebruiker een &kde;-toepassing draait nadat hij of zij door middel van het commando su over is gegaan op root. $TDEWMAls de omgevingsvariabele TDEWM is ingesteld, dan zal het worden gebruikt als &kde;'s window manager in het starttde-script in plaats van &twin;. $TDE_LANGOverschrijft de taalconfiguratie van &kde;, ⪚ TDE_LANG=fr kprogram & start een programma met de Franse vertaling als de benodigde bestanden zijn geïnstalleerd. $TDE_MULTIHEADZet deze variabele op true om aan te geven dat &kde; op een multi-head systeem draait. $TDE_FORK_SLAVES (sinds &kde; 3.2.3) Stel deze variabele in om TDEIO-slaves rechtstreeks te laten voortkomen uit de programmaprocessen zelf. Standaard worden TDEIO-slaves gestart door tdelauncher/tdeinit. Deze optie is voor als de TDEIO-slave in dezelfde omgeving als het programma dient te draaien. Dit kan het geval zijn met Clearcase. $TDE_HOME_READONLY Stel deze variabele in om aan te geven dat uw persoonlijke map als alleen-lezen is aangekoppeld. $TDE_NO_IPV6(sinds &kde; 3.2.3) - stel deze variabele in om IPv6-ondersteuning en IPv6 DNS-zoekacties uit te schakelen. $TDE_IS_PRELINKED(sinds &kde; 3.2) - Stel deze variabele in om aan te geven dat u uw &kde;-programmabestanden en bibliotheken hebt prelinked. Dit schakelt tdeinit uit. $TDE_UTF8_FILENAMESAls deze omgevingsvariabele is ingesteld gaat &kde; er van uit dat alle bestandsnamen de tekensetcodering UTF-8 gebruiken, ongeacht de huidige C locale. $TDE_FULL_SESSION(sinds &kde; 3.2) - Automatisch op 'true' gezet tijdens de start van &kde;. Wordt gebruikt door ⪚ &konqueror; om te kunnen achterhalen of het programma in het geheugen moet achterblijven voor hergebruik als het wordt afgesloten. Indien niet ingesteld zal &konqueror; stoppen nadat het is afgesloten (⪚ &tdesu; doet dat, het is ook handig voor debugging). $TDESYCOCAMaakt het mogelijk om een pad en naam op te geven voor sycoca, &kde;'s cache-bestand met systeemconfiguratiegegevens. $TDETMPMaakt het mogelijk om een ander pad op te geven dan /tmp, waar &kde; zijn tijdelijke bestanden opslaat. $TDEVARTMPMaakt het mogelijk om een ander pad op te geven dan /var/tmp, waar &kde; zijn variabele bestanden opslaat. $XDG_DATA_HOME(sinds &kde; 3.2) - Definieert de basismap relatief aan waar gebruikersspecifieke gegevensbestanden dienen te worden opgeslagen. Standaard is $HOME/.local/share $XDG_DATA_DIRS(sinds &kde; 3.2) Definieert de op voorkeur geordende set van basismappen waarin wordt gezocht naar gegevens bestanden ter aanvulling van de basismap $XDG_DATA_HOME. De standaard is /usr/local/share/:/usr/share/ &kde; voegt ook locaties van $TDEDIRS en profielen toe. Gebruikt voor .desktop- en .directory-menubestanden. .desktop-bestanden onder $XDG_DATA_DIRS/applications. .directory-bestanden onder $XDG_DATA_DIRS/desktop-directories. $XDG_CONFIG_HOME(&kde; 3.2) Definieert de basismap relatief aan waar gebruikerspecifieke bestanden dienen te worden opgeslagen. Standaard is $HOME/.config. $XDG_CONFIG_DIRS(&kde; 3.2) - Definieert de op voorkeur geordende set van basismappen om op configuratiemappen te doorzoeken als aanvulling op de basismap $XDG_CONFIG_HOME. De standaard is /etc/xdg. &kde; voegt locaties van $TDEDIRS als ook profielen toe. Gebruikt door .menu-beschrijvingen in $XDG_CONFIG_DIRS/menus. Het mysterie van tdeinit tdeinit wordt gebruikt om alle andere &kde;-programma's te starten. tdeinit kan normale binaire programmabestanden als ook tdeinit-laadbare modules (KLM's) laden. KLM's werken net als binaire programmabestanden, maar kunnen op een efficiëntere wijze worden gestart. KLM's bevinden zich in de map $TDEDIR/lib/kde3. Het nadeel is dat programma's die op die manier zijn opgestart verschijnen als tdeinit in de uitvoer van top en ps. Gebruik top of ps om de eigenlijke programmanaam te zien: % ps aux | grep bastian bastian 26061 0.0 2.2 24284 11492 ? S 21:27 0:00 tdeinit: Running... bastian 26064 0.0 2.2 24036 11524 ? S 21:27 0:00 tdeinit: dcopserver bastian 26066 0.1 2.5 26056 12988 ? S 21:27 0:00 tdeinit: tdelauncher bastian 26069 0.4 3.2 27356 16744 ? S 21:27 0:00 tdeinit: kded bastian 26161 0.2 2.7 25344 14096 ? S 21:27 0:00 tdeinit: ksmserver bastian 26179 1.1 3.4 29716 17812 ? S 21:27 0:00 tdeinit: kicker bastian 26192 0.4 3.0 26776 15452 ? S 21:27 0:00 tdeinit: klipper bastian 26195 1.0 3.5 29200 18368 ? S 21:27 0:00 tdeinit: kdesktop Zoals u mogelijk al gezien hebt is er nog een bijwerking die het moeilijk maakt om een proces dat problemen veroorzaakt te killen: % killall kdesktop kdesktop: no process killed U kunt in de verleiding komen om killall tdeinit te proberen, maar het afschieten van alle tdeinitprocessen heeft hetzelfde effect als &kde; compleet afsluiten. Dus in feite totale vernietiging! Er bestaan twee eenvoudige oplossingen hiervoor: % tdekillall kdesktop of de goeie ouwe % kill 26195 tdekillall is onderdeel van het &kde;sdk-pakket. &kde; aanpassen Bureaubladpictogrammen &kde; gebruikt verschillende typen pictogrammen: Documenten Koppelingen naar websites (gebruik makend van .desktop-bestanden) Koppelingen naar programma's (gebruik makend van .desktop-bestanden) Stations, apparaten, schijven, partities & randapparatuur: Expliciet door gebruik van .desktop-bestanden Automatisch via de io-slave devices:// Distributiespecifiek (⪚ &SuSE;'s Mijn Computer) Websites Koppelingen naar websites door gebruik te maken van .desktop-bestanden: Nieuw aanmakenBestandKoppeling naar locatie. Verander het pictogram in het dialoogvenster Eigenschappen. Het resulterende .desktop-bestand: [Desktop Entry] Encoding=UTF-8 Icon=/opt/kde3/share/apps/kdesktop/pics/ksslogo.png Type=Link URL=http://www.kde.org/ Toepassingen Koppelingen naar toepassingen met behulp van .desktop-bestanden: Nieuw aanmakenBestandKoppeling naar toepassing. U moet zelf de details aanleveren. Verslepen vanuit &kde;-menu: u kunt kiezen uit kopiëren of koppelen (creëert symlink), veel eenvoudiger. [Desktop Entry] Encoding=UTF-8 GenericName=IRC Client GenericName[af]=Irc Kliët GenericName[de]=IRC Programm ... GenericName[zu]=Umthengi we IRC SwallowExec= Name=KSirc Name[af]=Ksirc Name[de]=KSirc ... Boiler plate Vertaalde generieke beschrijving, wordt niet op bureaublad gebruikt Achterhaald, kan worden verwijderd Vertaalde naam, zoals die verschijn op het bureaublad Bureaubladpictogrammen ... Name[zu]=Ksirc MimeType= Exec=ksirc %i %m Icon=ksirc TerminalOptions= Path= Type=Application Terminal=0 X-TDE-StartupNotify=true X-DCOP-ServiceType=Multi Categories=Qt;TDE;Network Ondersteunde &MIME;-typen, wordt niet gebruikt op bureaublad De commandoregel om uit te voeren Het pictogram, uit pictogramthema of volledig pad Alleen gebruikt als er een terminal nodig is Werkmap voor het commando Meer boiler plate Gebruik 'true' als een terminal nodig is, tekstprogramma Stuiterende cursor weergeven, schakel dit uit als dat niet werkt Is het programma goed opgestart? Verwijder als dat niet werkt Categorieën voor &kde;-menu, niet gebruikt op bureaublad De optie <varname >Exec</varname > in <literal role="extension" >.desktop</literal >-bestanden. Volgend op het commando kunt u diverse plaatshouders definiëren die zullen worden vervangen door hun eigenlijke warden als het programma wordt opgestart: %f Één bestandsnaam. Wordt gebruikt als een bestand naar het pictogram wordt gesleept of bij bestandsassociaties. %F Een lijst met bestanden. Wordt gebruikt voor programma's die meerdere lokale bestanden in één keer kunnen openen. %u Één &URL;. Als het programma zelf ⪚ &FTP; of &HTTP; &URL;'s kan afhandelen, anders &kde;. %U Een lijst met &URL;sen, zal het bestand eerst downloaden en daarna een lokaal bestand aan het programma doorgeven (!!) %d De map van het te openen bestand. Bruikbaar als het programma bestanden uit de huidige werkmap nodig heeft. %D Een mappenlijst, niet echt praktisch %i Het pictogram, optie . &kde;-programma zal het pictogram uit de regel Icon= in de taakbalk gebruiken. %m Het miniatuurpictogram, achterhaald. %c De titel. Optie . &kde;-programma's zullen de naam uit de regel Name= gebruiken in de taakbalk. Voorbeelden: regel Exec Uitgevoerd commando ksirc %iksirc --icon ksirc cd %d; kedit $(basename %f)cd /tmp; kedit file.txt Apparaten Koppelingen naar stations met behulp van .desktop-bestanden: Nieuw aanmaken -> Apparaat ->(type station) Waar te definiëren Veel plekken voor het definiëren van bureaubladpictogrammen: ~Desktop: gekopieerd uit /etc/skel/Desktop $TDEDIR/apps/kdesktop/Desktop (samengevoegd) $TDEDIR/apps/kdesktop/DesktopLinks (gekopieerd) Apparaatpictogrammen (dynamisch samengevoegd) Distributiespecifiek: SUSE Linux kopieert bepaalde pictogrammen in starttde.theme uit /opt/kde3/share/config/SuSE/default/ &kde;-menu Hoe het werkt In &kde; is een algemeen menuformaat geïntroduceerd op http://freedesktop.org/Standards/menu-spec/ Voor &kde; 3.2: Mappenstructuur onder /share/applnk Mappenstructuur representeert menustructuur Elk .desktop-bestand representeert een toepassing It was moeilijk om de structuur in &kde; 3.2 opnieuw te ordenen, dus het nieuwe menuformaat: Definieert structuren in één .menu-bestand Is gebaseerd op categorieën Wordt gedeeld tussen GNOME en &kde; Biedt ook ondersteuning voor applnk-stijl menu's Voorbeeld van applications.menu: <Menu> <Name>Office</Name> <Directory>suse-office.directory</Directory> <Include> <Filename>Acrobat Reader.desktop</Filename> <Filename>tde-kpresenter.desktop</Filename> <Filename>tde-kword.desktop</Filename> </Include> <Menu> Menuoptie met 3 toepassingen: /usr/share/applications/Acrobat Reader.desktop /opt/kde3/share/applications/kde/kpresenter.desktop /opt/kde3/share/applications/kde/kword.desktop Waar wordt dit opgeslagen? .menu-bestanden die de menustructuur beschrijven. De bestanden worden opgeslagen in $TDEDIR/etc/xdg/menus en in /etc/xdg/menus. Deze bevatten de systeemwijde menustructuur en worden aangestuurd door $XDG_CONFIG_DIRS. $HOME/.config/menus bevat gebruikerspecifieke wijzigingen in de menustructuur en wordt aangestuurd door $XDG_CONFIG_HOME. Voor meer informatie, zie http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec. .desktop-bestanden beschrijven de toepassingen en worden opgeslagen in: $TDEDIR/share/applications, /usr/share/applications, /usr/local/share/applications. Dit zijn de systeemwijde .desktop-bestanden voor toepassingen en worden aangestuurd door $XDG_DATA_DIRS. $HOME/.local/applications bevat gebruikerspecifieke .desktop-bestanden en gebruikersspecifieke wijzigingen. Het wordt aangestuurd door $XDG_DATA_HOME. Voor meer informatie, zie http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec .directory-bestanden die submenu's beschrijven worden opgeslagen in: $TDEDIR/share/desktop-directories, /usr/share/desktop-directories, /usr/local/share/desktop-directories. Dit zijn systeemwijde menu .directory bestanden, bestuurt door $XDG_DATA_DIRS. De gebruikersspecifieke wijzigingen worden opgeslagen in $HOME/.local/desktop-directories. Deze worden bestuurd door $XDG_DATA_HOME. Voor meer informatie, zie http://www.freedesktop.org/Standards/basedir-spec. Voorbeeld van applications.menu: <Menu> <Name>Art</Name> <Directory>suse-edutainment-art.directory</Directory> <Include> <Category>X-SuSE-Art</Category> </Include> </Menu> Art is de interne naam voor dit menu. suse-edutainment-art.directory definieert de naam en pictogram voor dit menu. en het menu bevat alle toepassingen die X-SuSE-Art als categorie bevatten, dus: Categories=Qt;TDE;Education;X-SuSE-Art suse-edutainment-art.directory definieert de naam en pictogram voor dit menu: [Desktop Entry] Name=Art and Culture Icon=kcmsystem Bekende valkuilen Toepassingen die niet in het menu staan bestaan niet vanuit het oogpunt van andere toepassingen of bestandsassociaties: als u een toepassing uit het menu verwijdert, dan gaat &kde; er van uit dat u het niet wilt gebruiken. Als een toepassing niet in het menu gewenst is, plaats het ofwel in het menu .hidden of in een toegewijd menu met de regel NoDisplay=true in het .directory-bestand. Essentiële menu's $TDEDIR/etc/xdg/menus/applications-merged/ bevat kde-essential.menu. Deze bevat enkele essentiële menu's die normaliter niet in het &kde;-menu zelf worden weergegeven: Het Configuratiecentum heeft een verborgen Settings-menu waarvan de inhoud wordt gedefinieerd door kde-settings.menu en wiens pictogram en naam worden gedefinieerd door kde-settings.directory. Het Informatiecentrum heeft een verborgen informatiemenu wiens inhoud wordt gedefinieerd door kde-information.menu en wiens pictogram en naam wordt gedefinieerd door kde-information.directory. De schermbeveiliging bevat een verborgen System/Screensavers-menu, wiens inhoud wordt gedefinieerd door kde-screensavers.menu en wiens pictogram en naam wordt gedefinieerd door kde-system-screensavers.directory. $TDEDIR/share/desktop-directories/kde-system-screensavers.directory bevat: NoDisplay=true Menu's in de oude stijl &kde; blijft ondersteuning bidden voor menu's in de oude stijl die zijn gedefinieerd door de mappenstructuren in $TDEDIR/share/applnk (systeemwijd) en $HOME/.trinity/share/applnk (gebruikersspecifiek). Dit wordt geobserveerd, tenzij het .desktop-bestand de regel Categories= bevat. In dat geval bepaalt 'Categories' de locatie in het menu. <application >KSycoca</application > KSycoca maakt een cache aan van de menustructuur en de informatie over alle beschikbare toepassingen. U kunt de database herbouwen met het commando tdebuildsycoca. De database die wordt gebouwd huist in /var/tmp/tdecache-${USER}/tdesycoca. Het wordt automatisch bijgewerkt door KDED, gecontroleerd tijdens het aanmelden bij &kde; en KDED volgt wijzigingen tijdens gedurende de tijd dat de gebruiker aangemeld is. Om het volgen van wijzigingen uit te schakelen (omdat dit over NFS problemen kan veroorzaken), voeg het volgende toe aan kdedrc: [General] CheckSycoca=false Om het opnieuw genereren te forceren, voer touch $TDEDIR/share/services/update_tdesycoca uit. &kmenuedit; &kmenuedit; richt zich op een enkelvoudige gebruikersopzet. Wijzigingen in de menustructuur worden opgeslagen in ~/.config/menus/applications-kmenuedit.menu, wijzigingen in toepassingen worden opgeslagen in ~/.local/share/applications/ en wijzigingen in submenu's (pictogram, naam) worden opgeslagen in ~/.local/share/desktop-directories/. Het administratieprogramma KIOSK gebruikt &kmenuedit; en kopieert de bovenstaande wijzigingen naar profiel- of systeemwijde locaties. &kde;-paneel Het &kde;-paneel is ook wel bekend onder de naam &kicker;. Het is modulair en bestaat uit de volgende componenten: Applets Programmaknoppen Speciale knoppen Standaard bevat het paneel de volgende applets: Pager - toont de virtuele bureaubladenTaakbalk SysteemvakKlok en de volgende speciale knoppen: &kde;-menu Bureaubladknop Verschillende programmaknoppen zijn ook toegevoegd indien de ruimte het toelaat: Home-knop Browser-knop KMail-knop Bestandsassociaties Bestandsassociaties associëren een bestandstype met een programma of programma's. Het type bestand wordt bepaald aan de hand van diens &MIME; type. &MIME; types die bekend zijn bij &kde; worden opgeslagen in $TDEDIR/share/mimelnk en elk .desktop-bestand van de programma's bevat een lijst met &MIME;-typen die het programma ondersteunt. kview.desktop: MimeType=image/gif;image/x-xpm;image/x-xbm;image/jpeg; image/x-bmp;image/png;image/x-ico;image/x-portable-bitmap; image/x-portable-pixmap;image/x-portable-greymap; image/tiff;image/jp2 kuickshow.desktop: MimeType=image/gif;image/x-xpm;image/x-xbm;image/jpeg; image/png;image/tiff;image/x-bmp;image/x-psd;image/x-eim; image/x-portable-bitmap;image/x-portable-pixmap; image/x-portable-greymap Beide kunnen image/gif openen. Welke wordt gebruikt om een .gif-bestand te openen? Het programma met de hoogste voorkeur! kview.desktop bevat InitialPreference=3 terwijl kuickshow.desktop contains InitialPreference=6 bevat. Daarom zal &kuickshow; worden gebruikt om .gif-bestanden te openen. Hoe kunnen we &kview; als standaard instellen? Een gebruiker kan de bestandsassociatie aanpassen in het &kcontrolcenter;. Deze wijzigingen worden opgeslagen in $HOME/.trinity/share/config/profilerc. Om dezelfde instellingen voor meerdere gebruikers te gebruiken slaat u deze instellingen op in de gebruikersprofielmap of in de globale &kde;-configuratiemap om te gebruiken als standaard voor meerdere gebruikers. &kde; vergrendelen Hoe het werkt, de grondbeginselen &kde;'s vergrendelmogelijkheden zijn gecentreerd rond de volgende opties: Configuratieopties onveranderbaar maken Specifieke acties beperken Toegang tot bepaalde &URL;sen beperken Toegang tot bepaalde configuratiemodules beperken Onveranderbare configuratieopties &kde; vergrendelen Met onveranderbare opties kan de systeembeheerder standaardinstellingen aanleveren die niet door de gebruiker kunnen worden gewijzigd. Bestaande configuratieopties van de gebruiker zullen worden genegeerd zodra een configuratieoptie onveranderbaar is gemaakt. Opties kunnen worden per item, per groep items of per bestand worden beheerd. Als een bestand of optiegroep onveranderbaar is, dan zullen alle configuratieopties voor dat bestand of die groep onveranderbaar zijn, zelfs de opties waarvoor de systeemadministratie geen standaardwaarde heeft opgegeven. De ondersteuning in programma's voor onveranderbare opties kan per programma variëren. Alhoewel de gebruiker niet in staat zal zijn om permanente wijzigingen aan te brengen aan onveranderbare opties, de gebruiker kan wel nog steeds een interfaceoptie gepresenteerd krijgen waarin zo'n wijziging kan worden aangebracht. Acties beperken &kde;-programma's zijn gebouwd rond het actieconcept. Acties kunnen op verschillende manieren worden geactiveerd, zoals via de menubalk, een van de werkbalken of een sneltoetscombinatie. Document opslaan is een voorbeeld van een actie. Als u de interne naam van de actie weet, dan kunt u een actie beperken. Als een actie beperkt is zal het niet langer verschijnen in de menubalk of werkbalk. De interne naam voor de actie Document opslaan is . Het vergrendelraamwerk levert ook een set van meer abstracte beperkingen die kunnen worden gebruikt om functionaliteit uit te schakelen die niet wordt afgedekt door één actie. Een voorbeeld is de beperking. Deze beperkt alle functionaliteit die de gebruiker toegang biedt tot een &UNIX;-shell. Gebruikertoegang tot shells beperken Om te verhinderen dat de gebruiker toegang tot een commandoshell kan krijgen kunnen we actie beperken door het volgende toe te voegen aan kdeglobals: [KDE Action Restrictions] shell_access=false Omdat dit effect heeft op het &kde;-menu en de beschikbare programma's moeten we een bijwerking van de sycocadatabase forceren: touch $TDEDIR/share/services/update_tdesycoca Meldt u nu opnieuw aan bij &kde; en controleer de volgende punten: Het &kmenu; in &konqueror;, HulpmiddelenTerminal openen &Alt;F2 commando uitvoeren Volledige documentatie over de beschikbare acties kunt u vinden op http://www.kde.org/areas/sysadmin/. Enkele interessante acties ziet u hieronder: De optie Instellen... uit menu Instellingen. De optie Bug rapporteren uit het menu Help &RMB; muisknopmenu op het bureaublad &RMB; muisknopmenu op het paneel Verberg alle acties of programma's die root-toegang vereisen. Verbergt alle acties of toepassingen die toegang tot de shell bieden. Schakelt de optie uit om het afdruksysteem (backend) te selecteren. Of de gebruiker het scherm kan vergrendelen Of de gebruiker een tweede X-sessie mag starten (zie ook bij &tdm;) Of de schermbeveiliging gebruik mag maken van OpenGL. Sta schermbeveiligingen toe die niet het volledige scherm verbergen &URL;-beperkingen Er zijn drie typen beperkingen die kunnen worden toegepast op &URL;sen: list Om te bepalen of de weergave van mappen is toegestaan. open Om te bepalen of bepaalde &URL;sen kunnen worden geopend Redirect Om te beheren of een &URL; een ander &URL; kan openen, ofwel automatisch, danwel via een hyperkoppeling. De regels worden op de volgorde waarin ze zijn gedefinieerd nagelopen. De laatste regel die toepasbaar is op een &URL; bepaalt of de &URL; mag worden geopend. De volgende regels schakelen het openen van http en https &URL;sen buiten .ourcompany.com uit: [KDE URL Restrictions] rule_count=2 rule_1=open,,,,http,,,false rule_2=open,,,,http,*.ourcompany.com,,true De eerste vier komma's slaan de selectiecriteria met respect tot het oorspronkelijke &URL; over. Dit gedeelte is alleen nodig bij regels voor redirect. verbiedt het openen van elke http of https &URL; staat het openen toe van elk http en https &URL; in het domein .ourcompany.com. Let op, het jokerteken * is alleen toegestaan aan het begin van een domein. De volgende regels maken dat de gebruiker niet langer door mappen op het lokale bestandssysteem kan bladeren als deze zich buiten zijn of haar persoonlijke map ($HOME) bevinden: [KDE URL Restrictions] rule_count=2 rule_1=list,,,,file,,,false rule_2=list,,,,file,,$HOME,true verbiedt het weergeven van elke lokale map staat het weergeven toe van mappen in de gebruiker's eigen persoonlijke map ($HOME). $HOME en $TMP zijn speciale waarden om de persoonlijke map en de tijdelijke &kde;-map van de gebruiker aan te geven (zoals /tmp/tde-bastian) De volgende regels maken dat de gebruiker niet langer lokale bestanden kan openen als die zich buiten zijn of haar persoonlijke map ($HOME) bevinden: [KDE URL Restrictions] rule_count=3 rule_1=open,,,,file,,,false rule_2=open,,,,file,,$HOME,true rule_3=open,,,,file,,$TMP,true verbiedt het openen van elk lokaal bestand staat het openen van bestanden in de gebruiker's eigen persoonlijke map ($HOME) toe. staat het openen van bestanden in de tijdelijke &kde;-map van de gebruiker toe. Dit is nodig voor bepaalde &kde;-programma's die een bestand of document eerst naar de tijdelijke map downloaden voordat het wordt geopend in een programma. De optie 'redirect' bepaalt of documenten vanaf een bepaalde locatie mogen refereren, ofwel automatisch, danwel handmatig via een hyperkoppeling, naar een andere locatie. Een set met standaardregels is aanwezig als algemeen beveilingsuitgangspunt. Bijvoorbeeld documenten van internet mogen niet refereren naar lokaal opgeslagen documenten. Bijvoorbeeld, als we de intranetserver www.mycompany.com de mogelijkheid willen geven om te refereren naar lokale bestanden kunnen we de volgende regel toevoegen: [KDE URL Restrictions] rule_count=1 rule_1=redirect,http,www.mycompany.com,,file,,,true In plaats van een protocolnaam op te geven is het ook mogelijk om een complete groep protocollen te specificeren. Hiervoor zijn de volgende groepen gedefinieerd: :local Protocollen die toegang verschaffen tot lokaal opgeslagen informatie. Voorbeelden zijn file:/, man:/, fonts:/, floppy:/ :internet Algemene internetprotocollen zoals http en ftp Informatie over protocollen is te vinden in *.protocol-bestanden in de map $TDEDIR/share/services. De ingave = definieert de groep waarvan een protocol deel uit maakt: grep $TDEDIR/share/services/*.protocol Algemene regels: De protocollen :local mogen refereren naar elk ander protocol Het is altijd toegestaan om te refereren naar een :internet-protocol Niet alle protocollen zijn onderdeel van een groep, zoals bijvoorbeeld fish:/ Configuratiemodules &kde; heeft configuratiemodules voor het instellen van de verschillende aspecten van de &kde;-omgeving. Configuratiemodules verschijnen in het Configuratiecentrum, in de configuratiedialoog van een programma, of in beide. De proxy-configuratiemodule verschijnt in het Configuratiecentrum, maar ook als onderdeel van de dialoog Konqueror instellen in &konqueror;. Individuele configuratiemodules kunnen worden gestart met tdecmshell module Om de proxymodule te starten, gebruik: tdecmshell tde-proxy.desktop tdecmshell proxy Niet alle toepassingen gebruiken configuratiemodules. Vaak is de configuratiedialoog een integraal onderdeel van het programma zelf. Alle configuratiemodules zijn strikt gesproken onderdeel van het &kde;-menu. De modules die in het Configuratiecentrum zichtbaar zijn hebben normaliter een .desktop-bestand in $TDEDIR/share/applications/kde, en zijn gesorteerd onder het verborgen menu Settings-Modules door de kde-settings.menu, ingesloten in kde-essential.menu tdebuildsycoca 2> /dev/null | grep Settings-Modules Programmaspecifieke modules hebben normaliter een .desktop-bestand in $TDEDIR/share/applnk/.hidden, dat overeenkomt met het verborgen .hidden-menu, ingesloten als resultaat van <KDELegacyDirs/>. tdebuildsycoca 2> /dev/null | grep .hidden In &kde; 3.3 is het mogelijk om het Configuratiecentrum te bewerken met kcontroledit. kcontroledit werkt zoals kmenuedit, wijzigingen zijn alleen van toepassing op de huidige gebruiker. Gebruik kiosktool om de wijzingen op iedereen toe te passen. Individuele configuratiemodules kunnen worden uitgeschakeld door het volgende toe te voegen aan kdeglobals: [KDE Control Module Restrictions] module-id=false Bijvoorbeeld, om de proxymodule uit te schakelen, gebruik [KDE Control Module Restrictions] tde-proxy.desktop=false Controleer het Configuratiecentrum en de dialoog Konqueror instellen of de proxyconfiguratie er nog is. De luie systeembeheerder Bureaublad op afstand delen Bureaublad delen maakt het mogelijk dat gebruikers op afstand het bureaublad van de huidige gebruiker kunnen observeren en optioneel besturen. De gebruiker op afstand dient een uitnodiging te ontvangen en het is mogelijk om een wachtwoordbeschermde uitnodiging te maken. Dit is ideaal voor technische ondersteuningsteams of systeembeheerders om toegang te krijgen op de bureaubladen van de gebruikers om zo problemen op te lossen of de gebruiker te leiden door een bepaalde procedure. Bureaublad delen betrekt twee programma's: &krfb; (&kde;' remote frame buffer, een VNC-server) en &krdc; (&kde; remote desktop connection, een VNC-client). &krfb; kan worden gebruikt door iedere gebruiker om uitnodigingen aan te maken en te beheren. Uitnodigingen maken een eenmalig wachtwoord aan en staan het toe dat de ontvanger verbinding maakt met uw bureaublad. Standaard is deze geldig voor slechts één succesvolle verbinding, en verloopt na een uur wanneer niet gebruikt. Inkomende verbindingen worden afgehandeld door de kded-module 'kinetd'. U kunt het commando dcopkded kinetd services gebruiken om na te gaan of het draait. &krfb; wacht standaard op verbindingen op poort 5900. Als een inkomende verbinding wordt aangemaakt, dan zal een dialoog worden geopend om de gebruiker om een bevestiging te vragen. &kde; doehetzelf - Uw eigen gereedschappen bouwen DCOP Desktop COmmunication Protocol, DCOP, is een lichtgewicht mechanisme voor interprocescommunicatie. DCOP staat interactie toe tussen de gebruiker en de programma's die op dat moment draaien. &kde; levert twee programma's waarmee DCOP kan worden aangeroepen: dcop, een commandoregelprogramma, en kdcop, een grafisch programma. Enkele wenken over het gebruik van dcop: dcop [opties] [toepassing [object [functie [arg1] [arg2] ... ] ] ] Programma's die meer dan één venster tegelijk kunnen openen zullen worden weergegeven als <toepassing>-PID Alle argumenten zijn hoofdlettergevoelig. setFullScreen en setfullscreen zijn dus twee verschillende functies. Het jokerteken * kan worden gebruikt in de toepassings- en objectargumenten. % dcop konqueror-16006 konsole-8954 Hieronder vindt u enkele voorbeeldcommando's en de bijhorende uitvoer: % dcop konsole-8954 Één &konsole;-exemplaar draait met pid 8954. % dcop KBookmarkManager-.../share/apps/tdefile/bookmarks.xml KBookmarkManager-.../share/apps/konqueror/bookmarks.xml KBookmarkNotifier KDebug MainApplication-Interface konsole (default) konsole-mainwindow#1 tdesycoca session-1 session-2 session-3 session-4 Hier ziet u dat er vier sessies actief zijn. % dcop QCStringList interfaces() QCStringList functions() int sessionCount() QString currentSession() QString newSession() QString newSession(QString type) QString sessionId(int position) void activateSession(QString sessionId) void nextSession() void prevSession() void moveSessionLeft() void moveSessionRight() bool fullScreen() void setFullScreen(bool on) ASYNC reparseConfiguration() Dit zijn de opties van het hoofdprogramma van &konsole;. % dcop QCStringList interfaces() QCStringList functions() bool closeSession() bool sendSignal(int signal) void clearHistory() void renameSession(QString name) QString sessionName() int sessionPID() QString schema() void setSchema(QString schema) QString encoding() void setEncoding(QString encoding) QString keytab() void setKeytab(QString keyboard) QSize size() void setSize(QSize size) Dit zijn de opties voor de eerste sessie, session-1. % dcop true Dit zet &konsole; op volledig-scherm. Als er meer dan één toepassing/object draait, welke moet u dan gebruiken? Is er een referentie? % echo DCOPRef(konsole-7547,konsole) % dcop session-6 % dcopstart konsole-9058 #!/bin/sh konsole=$(dcopstart konsole-script) session=$(dcop $konsole konsole currentSession) dcop $konsole $session renameSession Local session=$(dcop $konsole konsole newSession) dcop $konsole $session renameSession Remote session=$(dcop $konsole konsole newSession) dcop $konsole $session renameSession Code dcop $konsole $session sendSession 'cd /mijn/werk/map' KDialog &kde; DIY - bouw uw eigen gereedschappen U kunt &kde;-dialogen gebruiken in uw eigen scripts, en zo de kracht van &UNIX; shellscripting met het gebruikersgemak van &kde; combineren. kdialog kdialog Het KDialog-gedeelte in de titelbalk kan worden vervangen via de optie kdialog Bewaart of het dialoogvenster in de toekomst mag worden weergegeven in het bestand $TDEHOME/share/config/myfile door er de volgende regels in te schrijven: [Notification Messages] mykey=false in plaats van kunt u ook en gebruiken. Bijvoorbeeld, u kunt kdialog gebruiken, of kdialog . Het is ook mogelijk om berichtvensters te maken die ja of nee als antwoord accepteren. kdialog echo $? Retourwaarde Betekenis 0Ja, OK, doorgaan 1Nee 2Annuleren Als u het resultaat niet meteen in een variabele gebruikt, zorg er dan voor dat u het bewaart. Het volgende commando zal $? namenlijk vullen met een nieuwe waarde. U kunt hier ook gebruiken, het onthoudt de keuze van de gebruiker en geeft die de volgende keren terug zonder het dialoog te weergeven. Verdere variaties zijn: net als , maar met een ander pictogram Met de knoppen Doorgaan en Annuleren. Met de knoppen Ja, Nee en Annuleren. Bijvoorbeeld: kdialog kdialog Het resultaat wordt naar stdout gestuurd. Om deze in een variabele te stoppen kunt u name=$(kdialog --inputbox "Voer uw naam in:" "Uw naam") gebruiken. Het laatste argument is optioneel, het wordt gebruikt om het invoerveld van de dialoog te vullen met voorbeeldtekst. password=$(kdialog ) De optie werkt niet met of Er zijn twee dialogen die de gebruiker laten kiezen uit een lijst: Laat de gebruiker één item uit een lijst kiezen. Laat de gebruiker één of meer items uit een lijst kiezen. city=$(kdialog ) $city zal a, b, c or d terug geven. city=$(kdialog ) Madrid en Parijs worden voorgeselecteerd. Het resultaat met Madrid en Parijs geselecteerd is "b" "c". Als u de optie toevoegt, dan zullen b en c elk op een eigen regel worden uitgevoerd, wat het verwerken van het resultaat vereenvoudigd. file=$(kdialog --getopenfilename $HOME) file=$(kdialog --getopenfilename $HOME "*.png *.jpg|Afbeeldingsbestanden") file=$(kdialog --getsavefilename $HOME/BewaarMe.png) file=$(kdialog --getexistingdirectory $HOME) &groupware-with-kontact;