Uitgebreide mogelijkheden Christopher Hornbaker
chrishornbaker@earthlink.net
&Sander.Koning;&Tom.Albers;
Uitgebreide mogelijkheden Dit hoofdstuk beschrijft de uitgebreide mogelijkheden van &quantaplus; en hoe u deze kunt gebruiken. &XML;-hulpmiddelen Versie 3.2 van &quantaplus; bevat veel nieuwe &XML;-hulpmiddelen en -mogelijkheden. Deze hulpmiddelen zijn op een unieke manier geïntegreerd met &quantaplus;. Al deze hulpmiddelen gebruiken Kommander als frontend en libxml2 en libxslt als backends. Deze combinatie zorgt voor snelle, efficiënte, productieve en complete hulpmiddelen. Hulpmiddelen voor &kde;-documentatie &quantaplus; ondersteunt de twee belangrijkste documentatiehulpmiddelen van &kde;: meinproc en checkXML. <command>meinproc</command> Iedereen die een keer met &kde;-documentatie gewerkt heeft, kent meinproc en weet hoe goed dit programma is. Het gebruik hiervan wordt met een grafische interface nog gemakkelijker! U hoeft niet langer een shell te gebruiken; klik op het processor-pictogram en u bent klaar! Huidige werkmap Deze toepassing verwacht een bestand index.docbook in een map. Als index.docbook zich in de huidige werkmap bevindt, kunt u Huidige werkmap ingeschakeld laten. Als het zich daar niet bevindt, schakel danHuidige werkmap uit, en vul bij Andere werkmap de map in die u wilt gebruiken. Uitvoerbestanden worden in dezelfde map geplaatst als de bronbestanden. Elke keer dat meinproc uitgevoerd wordt, worden alle &HTML;-bestanden verwijderd. <command>checkXML</command> Iedereen die een keer met &kde;-documentatie heeft gewerkt, kent deze nuttige toepassing. &quantaplus; biedt hier een goede grafische frontend voor. Huidige werkmap Als index.docbook het huidig geopende bestand is, laat dan Huidige werkmap ingeschakeld. Als dit niet het geval is, schakel danHuidige werkmap uit en voer de map in waar index.docbook gevonden kan worden. Uitvoer Als er uitvoer is, is uw bestand ongeldig. Verbeter de aangegeven fouten en probeer het dan opnieuw. &XML;-validatie &quantaplus; biedt een goede toepassing voor &XML;-validatie, die xmllint als backend gebruikt. Huidig bestand Als het te valideren bestand op het moment actief is in &quantaplus;, laat dan Huidig bestand ingeschakeld. Als dat niet het geval is, schakel dan Huidig bestand uit en kies het te valideren bestand bij Ander bestand. Correctheid testen Als u alleen wilt weten of het bestand correct is, schakel danAlleen correctheid testen in. Definitie-URI-adres Als u een &DTD; gebruikt die gespecificeerd is binnen het &XML;-bestand, kies dan &DTD; (intern) (standaard), kies anders &DTD; (extern) en geef de plaats van de &DTD; aan bij Definitie-&URI;-adres. Zowel&W3C; &XML; Schema en RelaxNG-validatie moeten extern gedefinieerd zijn bij Definitie-&URI;-adres. &XSL;-verwerking &quantaplus; heeft ook een hulpmiddel voor &XSL;-verwerking! Hierbij wordt het xsltproc-hulpmiddel gebruikt dat meegeleverd wordt met libxml2. Huidig bestand Als het te verwerken bestand op het moment actief is in &quantaplus;, laat dan Huidig bestand ingeschakeld. Als dat niet het geval is, schakel dan Huidig bestand uit en kies het te verwerken bestand bij Ander bestand. Stylesheet Kies het &XSL;-bestand dat u wilt gebruiken. Uitvoer-bestandsnaam Voer de naam in waaronder u het resulterende bestand wilt opslaan. Het bestand wordt standaard in uw persoonlijke map opgeslagen. Deze toepassing is nog niet erg flexibel. Onze excuses hiervoor. Plugins gebruiken Mathieu Kooiman
quanta@map-is.nl
&Sander.Koning;&Tom.Albers;
Plugins gebruiken Wat is een plugin? &quantaplus; kan gebruik maken van KParts. Het KPart-raamwerk is een zeer krachtig raamwerk van &kde;. Een KPart is een relatief klein, herbruikbaar deel met een bepaalde functionaliteit. Het biedt &kde;-ontwikkelaars de mogelijkheid om eenvoudig gebruik te maken van het werk van andere programmeurs.&quantaplus; is hier zelf een voorbeeld van. &quantaplus; gebruikt het &kate;-KPart voor het bewerken van de tekst. Het &kate;-KPart bevatte reeds veel functies die voor &quantaplus; nodig waren, zoals accentuering. Het samenvoegen hiervan in &quantaplus; zorgde ervoor dat de &quantaplus;-ontwikkelaars zich konden toeleggen op wat &quantaplus; moest kunnen, in plaats op het oplossen van de vele problemen die zouden optreden als er een volledig nieuwe tekstverwerker-KPart geschreven had moeten worden. &quantaplus; kan KParts laden die niet per se voor &quantaplus; zelf benodigd zijn. Dat maakt &quantaplus; erg flexibel, want u kunt gebruik maken van extra functionaliteit en hoeft niet te wachten tot iemand het in &quantaplus; integreert. De KParts kunnen in een aantal &GUI;-elementen geladen worden. Het dialoogvenster Plugins bewerken U installeert een plugin (KPart) via het menu Plugins Bewerken . Het volgende dialoogvenster verschijnt dan: Het dialoogvenster Plugins bewerken. In dit dialoogvenster kunt u alle reeds gedefinieerde plugins beheren en nieuwe toevoegen. Elk &GUI;-element wordt hieronder beschreven: Paden zoeken Hier kunt u een zoekpad invullen. Als u een plugin zonder een Locatie toevoegt, zal &quantaplus; deze paden doorzoeken om de plugin te vinden. Toevoegen Hiermee verschijnt een dialoogvenster waarmee u een nieuwe plugin kunt toevoegen. Instellen Hiermee kunt u de instellingen van een plugin aanpassen. Verwijderen Hiermee verwijdert u de huidige plugin. Verversen Ververst het dialoogvenster. Lees voor meer informatie over plugins.
Teamontwikkeling Vaak werken er meer dan één mensen aan een project en bestaat er een soort hiërarchische relatie tussen hen. &quantaplus; ondersteunt het begrip van teamleden en deze zijn instelbaar in het dialoogvenster &Shift;F7 Project Projecteigenschappen . Het dialoogvenster "Teamleden bewerken" De items naam en email zijn zelfverklarend. Rol specificeert de rol van het projectlid en kan één van de volgende zijn: Teamleider Subprojectleider Takenleider Eenvoudig lid Taak is een beschrijving van de taak die aan dit lid is toegewezen. Subproject: u kunt een lijst van subprojecten selecteren. Subprojecten kunnen worden ingesteld en aangemaakt met de knop Subprojecten bewerken. Elk subproject heeft een voor de gebruiker zichtbare naam en een locatie-item, dit laatste specificeert een relatief pad naar een map onder de projectboom. Dit betekent dat een subproject een map onder uw hoofdproject is. Het hoofdproject kan bijvoorbeeld de website van uw bedrijf zijn, terwijl een subproject de website voor het intranet kan zijn, die zich in de map intranet in het project bevindt. Een lid kan meer dan één rol hebben in het project, bijvoorbeeld zowel teamleider en subprojectleider. Afgezien van het kunnen bijhouden van uw team, is er nog een voordeel aan het instellen van teamleden: u kunt een gebeurtenis instellen die de teamleiders informeert als er een bepaalde actie plaatsvindt. Zie voor hoe u dat doet. Gebeurtenisacties Gebeurtenisacties zijn acties die worden uitgevoerd als er een gebeurtenis plaatsvindt in het project. Een voorbeeld is bijhouden wanneer het project geopend en gesloten is, zodat later bekeken kan worden hoe lang men eraan gewerkt heeft, of een e-mailbericht sturen als een bestand is opgeslagen, of het bestand aan CVS toevoegen met hulp van een script als het bestand aan het project is toegevoegd, en de lijst kan doorgaan. Op de pagina Gebeurtenissen instellen van het dialoogvenster &Shift;F7 Project Projecteigenschappen kunt u gebeurtenisacties aanmaken, bewerken en verwijderen. Het dialoogvenster Gebeurtenissen bewerken. De items in het dialoogvenster zijn: Gebeurtenis de actie wordt uitgevoerd als de uit de lijst geselecteerde gebeurtenis plaatsvindt. De gebeurtenisnamen zijn zelfverklarend. Actie het soort uitgevoerde actie. De mogelijke keuzes zijn Non-scriptactie een actie die geen gebruikergedefinieerde scriptactie is. Zie voor gebruikersacties. Actienaam specificieert de actie die uitgevoerd moet worden als de gebeurtenis optreedt. E-mail sturen een e-mail wordt als de actie optreedt verstuurd naar de ontvanger die gekozen is in de lijst Ontvanger. De ontvanger kan een team- of subprojectleider zijn. Zie voor het definiëren van zulke leiders. Gebeurtenis loggen de gebeurtenis wordt gelogd in een bestand. De argumenten voor deze actie zijn: Logbestand de bestandsnaam met volledig pad Detail Hoeveel informatie de log moet bevatten Gedrag Of een bestaand logbestand overschreven moet worden of dat de nieuwe gebeurtenis eraan toegevoegd moet worden. Scriptactie een gebruikergedefinieerde scriptactie. Zie voor gebruikersacties. Actienaam specificieert de actie die uitgevoerd moet worden als de gebeurtenis optreedt. De andere items hangen af van het soort Actie zoals beschreven. &debugging-quanta;