&xsldbg; gebruikenArgumenten voor de opdrachtregel van xsldbgOp systemen waar readline beschikbaar is, kunt u de toetsen terug/vooruit om door de geschiedenis van ingevoerde opdrachten te bladeren. Op alle systemen kan de laatst ingevoerde opdrachtherhaald worden door op de toets <ENTER> te drukken. Als uw besturingssysteem het ondersteunt worden bestandsnamen uitgebreid.Een aantal opdrachten accepteren meer dan één argument. U kuntaanhalingstekens gebruiken om complexe expressies als één argument te laten gebruiken. Bijvoorbeeld break "* | @" maakt het mogelijk om een breekpunt op het sjabloon met de naam "* | @" te plaatsen. Legenda van gebruikte termenDe volgende tabel beschrijft de termen die in de opdrachtengids gebruikt worden.SJABLOONNAAM : Een geldige sjabloonnaam die alleen ASCII-tekens0x00 tot en met 0x7F bevat. Mogelijk een volledig gekwalificeerde naam zoals "xsl:templateName". BESTANDSNAAM : Een geldige bestandsnaam op het lokale systeem van de gebruiker. Het voorvoegsel "~" mag op *nix en CYGWIN gebruikt worden. Onder RISC OS mogen omgevingsvariabelen gebruikt worden. URI : Een 'Uniform Resource Identifier' zoals gedefinieerd door
RFC 2396MODUSNAAM : De sjabloonmodus, kan een volledig gekwalificeerde naam zijn als "xsl:modeName".QNAAM : Een volledig gekwalificeerde naam als "xsl:localPart"REGELNR : Een geldig regelnummer in het bijbehorende bestand <BESTANDSNAAM>AANTAL_FRAMES : Een geldig aantal frames om de huidige positie mee te wijzigen.BREEKPUNT_ID : Een geldig breekpuntnummer.OBSERVATIE_ID : Een geldige observatie-expressie zoals aangegeven door de opdracht showwatchSNELHEID: de snelheid om mee door de code te lopen, getal van 0 tot en met 9(Commentaar): een opmerking over de betekenis of het gebruik van de opdracht { opt1 | opt2 | opt3 .. enz} : Kies een van de opties.XPAD : Een xpad-selectie van knopenPARAM_ID : Een geldig parameternummer zoals aangegeven door de opdracht showparamPAD : Een pad om de huidige werkmap in te veranderen. Op sommigebesturingssystemen wordt het voorvoegsel "~" vervangen door het pad naar uw persoonlijke map. TEKST : Vrije tekst (geen restricties)OPDRACHT : Een geldige opdracht voor xsdbgQNAAM : Een geldige naam van een variabele of parameterBRON : Het stijlblad dat uitgevoerd wordt of moet worden. Zie <BESTANDSNAAM> en <URI>DATA : De xml-data (document) die door het stijlblad verwerkt wordt of moet worden. Zie <BESTANDSNAAM> en <URI> DEVICE_PAD : Een geldige terminal op het besturingssysteemTTY_NIVEAU : Een geldig invoer-/uitvoer-niveau om te gebruikenOverzicht van beschikbare opdrachtenHulp :helpUitvoering : {bye|exit| quit}, step, stepup, stepdown, next, continue, run, trace, setoption, options Parameters van libxslt : addparam, delparam, showparam, output, setoption, options Sjablonen : templates, where, frame Breekpunten : break, showbreak, delete, enable Expressies bekijken (xpath) : cat Knopen bekijken : ls, dir, du, cat, pwd Variabelen bekijken : globals, locals, cat, addwatch Variabelen zetten : set Knopen selecteren : source, data, cd Zoeken :search Besturingssysteem :chdir, shell, ttyBestanden : output, entities, system, public Uitgeschakelde bestandsopdrachten : validate, load, save, write, free