summaryrefslogtreecommitdiffstats
path: root/tde-i18n-nl/docs/tdeedu/kstars/ellipticalgalaxies.docbook
blob: 3b6c2cf523b8a628d5306c659b0b76cb82b2be7e (plain)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
<sect1 id="ai-ellipgal">
<sect1info>
<author
><firstname
>Jasem</firstname
> <surname
>Mutlaq</surname
> <affiliation
><address>
</address
></affiliation>
</author>
</sect1info>

<title
>Elliptische melkwegstelsels</title>
<indexterm
><primary
>Elliptische melkwegstelsels</primary>
</indexterm>

<para
>Elliptische melkwegstelsels zijn sferoïdale (rugbybalvormige) verzamelingen van miljarden sterren, die op bolvormige sterrenhopen gelijken, maar zeer veel groter zijn. Zij hebben heel weinig inwendige structuur, de dichtheid (aantal per volume-eenheid) van de sterren neemt geleidelijk af van het dichtbevolkte centrum naar de rand. Zij kunnen erg verschillen in ellipticiteit (aspect ratio, is de  verhouding lange en korte as van een ellips). Zij bevatten gewoonlijk erg weinig interstellair (tussen de sterren) gas en stof, en geen jonge sterpopulaties (hoewel er uitzonderingen zijn). Edwin Hubble noemde elliptische melkwegstelsels <quote
>vroege-type</quote
>-melkwegstelsels, omdat hij dacht dat ze later tot spiraalvormige stelsels zouden evolueren (en die hij dus  <quote
>late-type</quote
>-melkwegstelsels noemde). Astronomen denken nu dat juist het omgekeerde waar is (dit betekent dat spiraalstelsels elliptische stelsels kunnen worden), maar de benamingen vroege- en late-type die Hubble gaf worden nog steeds gebruikt. </para>

<para
>Men dacht vroeger dat het eenvoudige stelsels waren, maar tegenwoordig weten we dat elliptische melkwegstelsels behoorlijk complex zijn. Deze complexiteit is deels te verklaren uit hun verbazingwekkend verleden: men denkt dat ze ontstaan zijn uit een samengaan van twee spiraalstelsels. U kunt een MPG-filmpje zien van een computersimulatie van zo'n samengaan op  <ulink url="http://oposite.stsci.edu/pubinfo/pr/2002/11/vid/v0211d3.mpg"
> deze HST-webpagina van NASA</ulink
> (waarschuwing: dit bestand is 3,4 MiB groot). </para>

<para
>Elliptische melkwegstelsels zijn zeer verschillend in grootte en lichtkracht, er zijn reusachtige elliptische stelsels met afmetingen van honderdduizenden lichtjaren, en bijna een billioen (10^12) keer helderder dan de zon, tot dwergstelsels die maar net iets helderder zijn dan een gemiddelde bolvormige sterrenhoop. Zij worden in verschillende morfologische (vorm-) klassen onderverdeeld: </para>

<variablelist>
<varlistentry>
<term
>cD-melkwegstelsels:</term>
<listitem
><para
>Immens grote en heldere objecten die bijna 1 megaparsec (3 millioen lichtjaren) groot kunnen zijn. Deze titanen komen alleen voor nabij het centrum van grote en dichte clusters van melkwegstelsels, en zijn waarschijnlijk het gevolg van het samengaan van vele melkwegstelsels.</para
></listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
>Normale elliptische melkwegstelsels</term>
<listitem
><para
>Dicht opeengepakte objecten met een relatief hoge centrale oppervlaktehelderheid. Zij omvatten de elliptische reuzenstelsels (gE), elliptische stelsels met een gemiddelde helderheid (E), en compacte elliptische stelsels.</para
></listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
>Elliptische dwergstelsels (dE)</term>
<listitem
><para
>Deze klasse van melkwegstelsels is fundamenteel verschillend van de normale elliptische stelsels. Hun diameter is in de orde van 1 tot 10 kiloparsecs, en zij hebben een oppervlaktehelderheid die wat lager is dan die van normale elliptische melkwegstelsels. Daardoor lijken ze wat meer diffuus. Zij hebben dezelfde geleidelijke afname van de sterdichtheid, vanaf een relatief dichtbevolkte kern tot een diffuse rand.</para
></listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
>Sferoïdale dwergstelsels (dSph)</term>
<listitem
><para
>Extreem lage lichtkracht, lage oppervlaktehelderheid, en (daardoor) alleen in de buurt van de Melkweg gevonden, en mogelijk bij andere dichtbijstaande groepen van melkwegstelsels, zoals de Leo-groep (Leo-cluster). Hun absolute magnitudes zijn slechts -8 tot -15. Het dwergstelsel in Draco heeft een absolute helderheid van -8,6, waarmee het zwakker is dan de gemiddelde bolvormige sterrenhoop in de Melkweg! </para
></listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
>Blauwe compacte dwergstelsels (BCD)</term>
<listitem>
<para
>Kleine melkwegstelsels die ongewoon blauw zijn. Ze hebben fotometrische kleuren B-V=0,0 tot 0,30 mag, die typerend zijn voor relatief jonge sterren van het <firstterm
>spectraaltype</firstterm
> A. Dit duidt erop dat in BCD's nieuwe sterren bezig zijn te ontstaan. In deze stelsels is ook veel interstellair gas aanwezig (anders dan in andere elliptische melkwegstelsels). </para
></listitem>
</varlistentry>
</variablelist>

<tip>
<para
>In &kstars; kunt u voorbeelden zien van elliptische melkwegstelsels, met behulp van het venster Object zoeken (<keycombo action="simul"
>&Ctrl;<keycap
>F</keycap
></keycombo
>). Zoek naar NGC 4881, dit is het reuzenstelsel van het type cD in de Comacluster van melkwegstelsels. M86 is een normaal elliptisch stelsel in de Virgocluster, M32 is een elliptisch dwergstelsel dat een satelliet is van onze buurman, het Andromedastelsel (M31). M110 is een andere satelliet van M31, en is nog maar net een sferoïdaal dwergstelsel (<quote
>nog maar net</quote
> omdat het ietwat helderder is dan de meeste andere sferoïdale dwergstelsels). </para>
</tip>
</sect1>